bespijkert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bespijkert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • beĀ·spijĀ·kert

Werkwoord

vervoeging van
bespijkeren

bespijkert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespijkeren
    • Jij bespijkert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bespijkeren
    • Hij bespijkert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bespijkeren
    • Bespijkert! 

Gangbaarheid

  • Het woord bespijkert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.