bespijkeren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bespijkeren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·spij·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bespijkeren
bespijkerde
bespijkerd
zwak -d volledig

Werkwoord

bespijkeren [1]

  1. overgankelijk met spijkers betimmeren
Afgeleide begrippen
  • bespijkering

Gangbaarheid

  • Het woord bespijkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.