bestoken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bestoken    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈstokə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·sto·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bestoken
bestookte
bestookt
zwak -t volledig

Werkwoord

[A] bestoken

  1. overgankelijk met projectielen proberen te raken
    • Het kasteel werd met kanonnen bestookt. 
     Het Russische leger boekt al dagen geen noemenswaardige militaire vorderingen, maar blijft steden bestoken en burgerslachtoffers maken.[1]
  2. overgankelijk (figuurlijk) verbaal lastigvallen
    • Hij werd met veel lastige vragen bestookt. 
     Hoewel het moeilijk was om haar vriendin niet met vragen te bestoken, hield ze haar lippen stijf op elkaar.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: besteken…
geen verbogen vorm

bestoken

  1. voltooid deelwoord van besteken
     Kom, treden we onze woning uit,
    De lieve dag is aangebroken;
    Natuur gelijkt een jonge bruid,
    Wier borst met bloemen is bestoken, (…)
    [3]

Gangbaarheid

  • Het woord bestoken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Hanneke Chin-A-Fo
    “In kaart: hoe Rusland geen vorderingen maakt in Oekraïne” (9 maart 2022) op nrc.nl
  2. All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
  3. Lambrecht van den Broek
    Morgenliedje. in: Belgische Muzen-Almanak., jrg. 5 (1830), André-Benoit Stéven, Gent, p. 60 op nrc.nl
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.