bestuurbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bestuurbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·stuur·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van besturen met het achtervoegsel -baar.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bestuurbaarbestuurbaarderbestuurbaarst
verbogen bestuurbarebestuurbaarderebestuurbaarste
partitief bestuurbaarsbestuurbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

bestuurbaar

  1. met een stuur uitgerust dat vanaf afstand te bedienen is
    • Mijn zoon was erg blij met zijn bestuurbare auto. 
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bestuurbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.