betengelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  betengelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ten·gel·de

Werkwoord

vervoeging van
betengelen

betengelde

  1. enkelvoud verleden tijd van betengelen
    • Ik betengelde. 
    • Jij betengelde. 
    • Hij, zij, het betengelde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.