betengelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  betengelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ten·ge·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

betengelen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
betengelen
betengelde
betengeld
zwak -d volledig
  1. voorzien van een latwerk van smalle latjes
Synoniemen
  • rachelen

Gangbaarheid

  • Het woord 'betengelen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
41 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.