betuttelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: betuttelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·tut·tel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
betuttelen |
betuttelde
- enkelvoud verleden tijd van betuttelen
- Ik betuttelde.
- Jij betuttelde.
- Hij, zij, het betuttelde.
- Ik betuttelde.
- verbogen vorm van betutteld, voltooid deelwoord van betuttelen
Gangbaarheid
- Het woord betuttelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.