beulen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beulen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • beu·len
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

debeulenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord beul
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beulen
beulde
gebeuld
zwak -d volledig

Werkwoord

beulen

  1. hard werken
    • ...en dat alles in het Land beulde voor de menigvuldige zendelingen van een ſchrikbewind... [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord beulen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. beulen op website: Etymologiebank.nl
  2. Appelius
    , Jean H. (1801). De Staatsomwenteling van 1795, p. 5. Uitg.: Du Mortier en Zoon.
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.