beveiligen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beveiligen    (hulp, bestand)

IPA: /bəˈvɛiləxə(n)/ (4 lettergrepen)

Woordafbreking
  • be·vei·li·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beveiligen
beveiligde
beveiligd
zwak -d volledig

Werkwoord

beveiligen

  1. overgankelijk er zo goed mogelijk voor zorgen dat er niets verkeerds gebeurt
    • Een slot moest het pand beveiligen tegen inbrekers. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beveiligen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.