beviel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beviel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·viel

Werkwoord

vervoeging van
bevallen

beviel

  1. enkelvoud verleden tijd van bevallen
    • Ik beviel. 
    • Jij beviel. 
    • Hij, zij, het beviel. 
     Bij de eerste boetiek zat maatje 38 net te strak, daarna een 40 geprobeerd, maar dat model beviel weer niet.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord beviel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.