bevolkte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bevolkte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·volk·te

Bijvoeglijk naamwoord

bevolkte

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bevolkt

Werkwoord

vervoeging van
bevolken

bevolkte

  1. enkelvoud verleden tijd van bevolken
    • Ik bevolkte. 
    • Jij bevolkte. 
    • Hij, zij, het bevolkte. 
  2. verbogen vorm van bevolkt, voltooid deelwoord van bevolken

Gangbaarheid

  • Het woord bevolkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.