bevrachten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bevrachten    (hulp, bestand)
  • IPA: /bə'vrɑxtə(n)/
Woordafbreking
  • be·vrach·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van vracht met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -en [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bevrachten
bevrachtte
bevracht
zwak -t volledig

Werkwoord

bevrachten

  1. overgankelijk ergens vracht in- of opladen
    • Die wagen was bevracht met borrelnootjes. 
  2. overgankelijk een overeenkomst sluiten over vervoer van goederen via een schip of vliegtuig

Gangbaarheid

  • Het woord bevrachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.