bezeek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezeek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- beĀ·zeek
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bezeiken |
bezeek
- enkelvoud verleden tijd van bezeiken
- Ik bezeek.
- Jij bezeek.
- Hij, zij, het bezeek.
- Ik bezeek.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bezeek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.