bezeek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezeek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • beĀ·zeek

Werkwoord

vervoeging van
bezeiken

bezeek

  1. enkelvoud verleden tijd van bezeiken
    • Ik bezeek. 
    • Jij bezeek. 
    • Hij, zij, het bezeek. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bezeek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.