bezegelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezegelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ze·gel·de

Werkwoord

vervoeging van
bezegelen

bezegelde

  1. enkelvoud verleden tijd van bezegelen
    • Ik bezegelde. 
    • Jij bezegelde. 
    • Hij, zij, het bezegelde. 
  2. verbogen vorm van bezegeld, voltooid deelwoord van bezegelen

Gangbaarheid

  • Het woord bezegelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.