bezemen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezemen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ze·men
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van bezem met het achtervoegsel -en

Werkwoord

bezemen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bezemen
bezemde
gebezemd
zwak -d volledig
  1. met een bezem schoonmaken
    • ”Misschien moet ik straks lijfwachten inhuren”, zegt bestuurder Hershell Waxman van The Netherlander Theatre (Rent), „maar ik wil het toch zeggen. Het is belachelijk dat iemand 25.000 dollar per jaar krijgt, bovenop zijn bestaande loon, alleen maar voor het bezemen van het toneel. (Freek Staps NRC 13 november 2007) 

Gangbaarheid

  • Het woord bezemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
66 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.