bezichtig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezichtig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·zich·tig

Werkwoord

vervoeging van
bezichtigen

bezichtig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezichtigen
    • Ik bezichtig. 
  2. gebiedende wijs van bezichtigen
    • Bezichtig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezichtigen
    • Bezichtig je? 

Gangbaarheid

  • Het woord bezichtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.