bezighielden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezighielden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·zig·hiel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bezighouden |
bezighielden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van bezighouden
- ...dat wij bezighielden.
- ...dat jullie bezighielden.
- ...dat zij bezighielden.
- ...dat wij bezighielden.
- ▸ Een serieuze bezigheid waarmee alleen de mannen zich bezighielden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord bezighielden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.