bezoldig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezoldig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·zol·dig
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bezoldigen |
bezoldig
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezoldigen
- Ik bezoldig.
- gebiedende wijs van bezoldigen
- Bezoldig!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezoldigen
- Bezoldig je?
Gangbaarheid
- Het woord bezoldig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.