bezuiden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezuiden (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈzœydə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- be·zui·den
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van zuiden met het voorvoegsel be- (2)
- van Middelnederlands besuden [1][2]
Voorzetsel
bezuiden
- zuidelijk gelegen van
- Bezuiden de grote rivieren wordt de g anders uitgesproken.
Antoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bezuiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezuiden" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Middelnederlandsch Woordenboek
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.