bezwijkt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezwijkt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·zwijkt

Werkwoord

vervoeging van
bezwijken

bezwijkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezwijken
    • Jij bezwijkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezwijken
    • Hij bezwijkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezwijken
    • Bezwijkt! 

Gangbaarheid

  • Het woord bezwijkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.