bics
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bics (hulp, bestand)
- IPA: / bɪks / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- bics
Woordherkomst en -opbouw
- bic met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de bics mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bic
Gangbaarheid
- Het woord bics staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.