bijbouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijbouw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·bouw

Werkwoord

vervoeging van
bijbouwen

bijbouw

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijbouwen
    • ... dat ik bijbouw. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijbouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.