bijeenhaalde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijeenhaalde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·een·haal·de

Werkwoord

vervoeging van
bijeenhalen

bijeenhaalde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijeenhalen
    • ... dat ik bijeenhaalde. 
    • ... dat jij bijeenhaalde. 
    • ... dat hij, zij, het bijeenhaalde. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijeenhaalde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.