bijgeluiden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijgeluiden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·ge·lui·den

Zelfstandig naamwoord

debijgeluidenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bijgeluid
     Zonder onnodige bijgeluiden bereikte hij de zolderkamer.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord bijgeluiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.