bijpasten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijpasten    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·pas·ten

Werkwoord

vervoeging van
bijpassen

bijpasten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van bijpassen
    • ...dat wij bijpasten. 
    • ...dat jullie bijpasten. 
    • ...dat zij bijpasten. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijpasten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.