bijsloot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijsloot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·sloot

Werkwoord

vervoeging van
bijsluiten

bijsloot

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijsluiten
    • ... dat ik bijsloot. 
    • ... dat jij bijsloot. 
    • ... dat hij, zij, het bijsloot. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijsloot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
55 %van de Nederlanders;
59 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.