bijspeelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijspeelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bijĀ·speelĀ·de

Werkwoord

vervoeging van
bijspelen

bijspeelde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijspelen
    • ... dat ik bijspeelde. 
    • ... dat jij bijspeelde. 
    • ... dat hij, zij, het bijspeelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijspeelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.