bijwoordelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijwoordelijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·woor·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bijwoordelijkbijwoordelijkerbijwoordelijkst
verbogen bijwoordelijkebijwoordelijkerebijwoordelijkste
partitief bijwoordelijksbijwoordelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

bijwoordelijk

  1. (taalkunde) als bijwoord fungerend
    • Ontleed enkel de zinnen met een bijwoordelijke bepaling. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijwoordelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.