bilaatje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bilaatje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbilacə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bi·la·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetbilaatjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bila
    • In plaats van zijn positie af te bakenen slaat hij piketpaaltjes, eventueel face to face, in een bilaatje of bilateraaltje (onder vier ogen). [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'bilaatje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.