binnendoen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  binnendoen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bin·nen·doen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
binnendoen
deed binnen
binnengedaan
onregelmatig volledig

Werkwoord

binnendoen

  1. overgankelijk (apparaten en machines) wegbrengen voor onderhoud of reparatie
  2. overgankelijk (documenten) inleveren
  3. overgankelijk (iemand) versieren

Gangbaarheid

  • Het woord binnendoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.