bisseerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bisseerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bis·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bisseren |
bisseerde
- enkelvoud verleden tijd van bisseren
- Ik bisseerde.
- Jij bisseerde.
- Hij, zij, het bisseerde.
- Ik bisseerde.
Gangbaarheid
- Het woord bisseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.