bladderen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bladderen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blad·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bladderen
bladderde
gebladderd
zwak -d volledig

Werkwoord

bladderen

  1. ergatief het plaatselijk opbollen en in dunne laagjes loskomen van verf
    • Op de verfhuid zitten allemaal blaasjes. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bladderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.