blader

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blader    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bla·der

Werkwoord

vervoeging van
bladeren

blader

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bladeren
    • Ik blader. 
  2. gebiedende wijs van bladeren
    • Blader! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bladeren
    • Blader je?  [1]
     Het was op dat moment namelijk zo eenvoudig geweest om zijn gelijk te halen. 'Hoe langer ik blader, des te meer zin ik krijg in vakantie, schat,' bromde Jeroen afwezig.[2]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord blader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Noors

Woordafbreking
  • bla·der
Naar frequentie 8089

Zelfstandig naamwoord

blader

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van blad
Schrijfwijzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.