blessuretijdje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blessuretijdje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bles·su·re·tijd·je
Zelfstandig naamwoord
het blessuretijdje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord blessuretijd
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.