blief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  blief    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blief

Werkwoord

vervoeging van
blieven

blief

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blieven
    • Ik blief. 
  2. gebiedende wijs van blieven
    • Blief! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blieven
    • Blief je? 
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord blief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.