blieven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blieven (hulp, bestand)
- IPA: / ˈblivə(n) / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- blie·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
blieven |
bliefde |
gebliefd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
blieven
- overgankelijk (voeding) lusten [1], lekker vinden
- Bartje blieft geen bruine bonen.
- overgankelijk (figuurlijk) lusten [2], aangenaam, fijn, aardig e.d. vinden
- ▸ Je begrijpt het al, het was een klucht: vader had een andere schoonzoon op het oog dan de dochter, maar dochterlief bliefde die niet.[3]
- ditransitief (figuurlijk), met meewerkend voorwerp lusten [3], aanstaan [1], bevallen [1], behagen
- ▸ Ik vind spontaan buiten de deur eten oneindig gezellig en koop graag een boek wanneer het mij blieft.[4]
Gangbaarheid
- Het woord blieven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blieven" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
19 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ blieven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “De Hele Mobilisatie... Godfried Bomans”, Narkive
- ↑ Weblink bron J. Nolet“Waarom ik geen miljoenenbedrijf, kast vol schoenen of huis op Ibiza hoef” (30 augustus 2017)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Werkwoord
blieven
Veluws
Werkwoord
blieven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.