bliepen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bliepen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • blie·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bliepen
bliepte
gebliept
zwak -t volledig

Werkwoord

bliepen

  1. inergatief het geluid 'bliep' laten horen
    • de speelgoedrobot stond op hoogst irritante wijze in de woonkamer te bliepen 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'bliepen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.