bliept

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bliept    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bliept

Werkwoord

vervoeging van
bliepen

bliept

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bliepen
    • Jij bliept. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bliepen
    • Hij bliept. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bliepen
    • Bliept! 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.