blive

Deens

Uitspraak
  • IPA: [ˈbliːə]
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Middelhoogduitse bliven.
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
blive
bliver
blev
blevet
volledig

Werkwoord

blive

  1. koppelwerkwoord worden
  2. onovergankelijk blijven

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.