worden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  worden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɔrdə(n)/ (2 lettergrepen)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈʋɔrdə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ɔrdə(n)/
    • (Limburg): /ˈwɔrdə(n)/
Woordafbreking
  • wor·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
worden
werd/ (verouderd) wierd
geworden
klasse 7 volledig

Werkwoord

worden

  1. hulpwerkwoord vormt de lijdende vorm
    • "Ik word geslagen" is een lijdende zin. 
     Door een klein raam werden we steeds fel verlicht door de bliksem.[3]
  2. koppelwerkwoord gaan zijn, zich ontwikkelen tot
    • Hij wil piloot worden als hij groot is. 
     Na veel passen en meten werd duidelijk dat we om en om op onze zij moesten gaan liggen.[3]
     Dit zou toch niet mijn laatste nacht op aarde worden? Met zeven andere hikers zou ik de nacht in deze piepkleine ruimte van drie bij drie meter moeten doorbrengen.[3]
     Maar het is jouw leven en als je er blij van wordt moet je het gewoon doen.’ Mijn twaalfjarige dochter was stil en hield zich op de vlakte.[3]
  3. ergatief, (financieel) gaan kosten
    • Dat wordt dan zes euro tien, mevrouw! 
Opmerkingen
  1. Verleden tijd is soms ook wierd.
    • 'Owienie alleen, de jongste, en
      wierd geen vogel, maar zat spraakloos,
      oud, verrunseld daar, en lustloos,...[4]
       
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
Vertalingen
Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.

Gangbaarheid

  • Het woord worden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.