bloemen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bloemen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈblumə(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bloe·men
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bloemen
bloemde
gebloemd
zwak -d volledig

Werkwoord

bloemen [1]

  1. (kookkunst) onovergankelijk bloemig (kruimelig) worden (aardappelen)
Verwante begrippen
Hyponiemen

Zelfstandig naamwoord

debloemenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bloem
Hyponiemen
  • egelboterbloemen
  • ganzenbloemen
  • globebloemen
  • goudsbloemen
  • halsbloemen
  • heiligenbloemen
  • hoornbloemen
  • knikbloemen
  • knolboterbloemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bloemen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.