boemeltje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boemeltje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boe·mel·tje

Zelfstandig naamwoord

hetboemeltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boemel

Gangbaarheid

  • Het woord boemeltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.