bombardeer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bombardeer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bom·bar·deer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bombarderen |
bombardeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bombarderen
- Ik bombardeer.
- gebiedende wijs van bombarderen
- Bombardeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bombarderen
- Bombardeer je?
- ▸ Gabardinebroek, tweed of lood en bruine wandelschoenen betekende een burger, zoals die op de balkons aan de Strandvâgen 'Bombardeer Hanoi'stonden te schreeuwen wanneer de demonstranten eronder voorbijliepen op weg naar de VS-ambassade.[1]
Gangbaarheid
- Het woord bombardeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.