bombeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bombeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bomĀ·beert

Werkwoord

vervoeging van
bomberen

bombeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bomberen
    • Jij bombeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bomberen
    • Hij bombeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bomberen
    • Bombeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord bombeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.