bona

Latijn

Woordafbreking
  • bo·na

Zelfstandig naamwoord

bonă

  1. nominatief onzijdig meervoud van bonum
  2. accusatief onzijdig meervoud van bonum
  3. vocatief onzijdig meervoud van bonum

Bijvoeglijk naamwoord

bonă

  1. nominatief vrouwelijk enkelvoud van bonus
  2. vocatief vrouwelijk enkelvoud van bonus
  3. nominatief onzijdig meervoud van bonus
  4. accusatief onzijdig meervoud van bonus
  5. vocatief onzijdig meervoud van bonus

bonā

  1. ablatief vrouwelijk enkelvoud van bonus
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.