bonkte af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bonkte af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bonk·te af

Werkwoord

vervoeging van
afbonken

bonkte af

  1. enkelvoud verleden tijd van afbonken
    • Ik bonkte af. 
    • Jij bonkte af. 
    • Hij, zij, het bonkte af. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.