bonkte af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bonkte af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bonk·te af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afbonken |
bonkte af
- enkelvoud verleden tijd van afbonken
- Ik bonkte af.
- Jij bonkte af.
- Hij, zij, het bonkte af.
- Ik bonkte af.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.