bood
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bood (hulp, bestand)
- IPA: /bot/
Woordafbreking
- bood
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bieden |
bood
- enkelvoud verleden tijd van bieden
- Ik bood.
- Jij bood.
- Hij, zij, het bood.
- Ik bood.
Vaste voorzetsels
- bood aan
Gangbaarheid
- Het woord bood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bood" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.