boommeloentje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boommeloentje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boom·me·loen·tje

Zelfstandig naamwoord

hetboommeloentjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boommeloen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.