boosdeed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  boosdeed    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • boos·deed

Werkwoord

vervoeging van
boosdoen

boosdeed

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van boosdoen
    • ... dat ik boosdeed. 
    • ... dat jij boosdeed. 
    • ... dat hij, zij, het boosdeed. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.