bosjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bosjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɔʃəs / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- bos·jes
Zelfstandig naamwoord
de bosjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord bos
Gangbaarheid
- Het woord bosjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bosjes" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.